Toepassingen

Siergrassen zijn mooi om hun vaak lange, buigzame blad en hun subtiele bloeiwijzen. De enorme verscheidenheid maakt ze geschikt voor allerlei verschillende plaatsen en toepassingen in de tuin.
Vaste siergrassen in uw tuin

Op deze website worden uitsluitend de vaste siergrassen besproken; geen bamboesoorten en éénjarigen. Simpelweg omdat vooral de gekweekte vormen van deze vaste siergrassen erg goed toepasbaar zijn in een Nederlandse tuin en in een grote variëteit beschikbaar zijn.

Familiesoorten

A. De Grassenfamilie (Poaceae/Gramineae)

De echte grassen
Bamboe, (Phyllostachys, Pleioblastus, Sasa, Semiarundinaria, e.a.), gazongrassen en de granen zoals tarwe, mais, rogge, gierst, haver en gerst vallen onder de echte grassen. Ook de vaste siergrassen zoals o.a.: zwenkgrassen (Festuca), lampenpoetsersgras (Pennisetum), prachtriet (Miscanthus), pampasgras (Cortaderia), vingergras (Panicum), vedergras (Stipa) en pluimstruisriet (Calamagrostis).

Ook vallen de éénjarige siergrassen hieronder bijvoorbeeld: mais (Zea), nevelgras (Agrostis), sierhaver (Avaena), trilgras (Briza) en hazenstaartje (Lagurus ovatus).

B. Cypergrassenfamilie (Cyperaceae)

De schijngrassen
Voorbeelden zijn: wollegras (Eriophorum), bies (Scirpus) en zegge (Carex). De Carex krijgt volop de aandacht op deze website.

C. Russenfamilie (Juncaceae)

De schijngrassen
De belangrijkste twee grassen uit deze soort zijn: de rus (Juncus); deze heeft smalle onbehaarde bladeren en de veldbies (Luzula). Deze heeft vlakke, grasachtige, aan de rand behaarde bladeren.

Grassen dragen lang bij aan het beeld van een tuin. Sommige beginnen vroeg in het voorjaar (pluimstruisriet: Calamagrostis) en andere hebben vooral opvallende herfstkleuren (vingergras en prachtriet; Panicum en Miscanthus). Bovendien zijn er grassen die in de winter ware juweeltjes zijn (o.a. Pennisetum).

Opvallend is ook dat er veel soorten goed toepasbaar zijn zowel in de ‘wilde’ tuin als in de ‘nette’ tuin.

De meeste soorten vormen een keurige pol en zijn verbluffend gemakkelijk in het onderhoud.

Siergrassen als solitair

Een solitair wordt los van zijn omgeving geplant. Dan moet je als plant iets te bieden hebben!. Of een hoek in de tuin moet je iets extra’s kunnen geven. Siergrassen kunnen dat.

Vooral voor de bontbladige prachtriet (Miscanthus sinensis ‘Zebrinus’ of ‘Strictus’) geldt dat ze zódanig geplant kunnen worden dat het licht van de achterkant er door kan schijnen. Adembenemend mooi!. Ze vangen als het ware het licht op.

Ook kleine soorten hebben de persoonlijkheid om alleen te kunnen staan, denk aan: lampenpoetsersgras (Pennisetum), de blauwgrijze Helictotrichon sempervirens, het pijpenstrootje (Molinia) en de zegge soorten zoals de hangende zegge (Carex pendula). De laatste kan in de schaduw.

Solitaire grassen voor grote ruimten
  • Arundo donax
  • Calamagrostis x acutiflora ‘Karl Foerster’
  • Miscanthus floridulus
  • Miscanthus sinensis ‘Flamingo’
  • Miscanthus sinensis ‘Grosze Fontäne’
  • Miscanthus sinensis ‘Kaskade’
  • Miscanthus sinensis ‘Kleine Fontäne’
  • Miscanthus sinensis ‘Malepartus’
  • Miscanthus sinensis ‘Morning Light’
  • Miscanthus sinensis ‘Pünktchen’
  • Miscanthus sinensis ‘Silberturm’
  • Miscanthus sinensis ‘Undine’
  • Molinia sp & cultivars
  • Saccharum ravennae
  • Spartina pectinata ‘Aureomarginata’
  • Stipa gigantea
Solitaire grassen voor kleine ruimten
  • Calamagrostis brachytricha
  • Carex pendula
  • Chionochloa rubra
  • Helictotrichon sempervirens
  • Molinia sp & cultivars
  • Panicum virgatum
  • Pennisetum sp & cultivars
  • Poa labillardieri
  • Spodiopogon sibiricus

Siergrassen als bodemdekker

Een dek van planten die voor een mooi effect zorgen én het onkruid onderdrukken, wat wilt u nog meer?

De veldbiezen (Luzula) zijn ideale, groenblijvende planten voor allerlei moeilijke plekken in de tuin. De veldbies Luzula sylvatica bedekt snel droge, beschaduwde grond onder bomen; deze plant wordt ongeveer 45 centimeter hoog en bloeit weelderig!.

Een andere veldbies (Luzula nivea) wordt ongeveer 30 centimeter hoog en maakt een glanzende bodembedekking en bloeit aantrekkelijk in het voorjaar.

Vooral voor de bontbladige prachtriet (Miscanthus sinensis ‘Zebrinus’ of ‘Strictus’) geldt dat ze zódanig geplant kunnen worden dat het licht van de achterkant er door kan schijnen. Adembenemend mooi!. Ze vangen als het ware het licht op.

Ook kleine soorten hebben de persoonlijkheid om alleen te kunnen staan, denk aan: lampenpoetsersgras (Pennisetum), de blauwgrijze Helictotrichon sempervirens, het pijpenstrootje (Molinia) en de zegge soorten zoals de hangende zegge (Carex pendula). De laatste kan in de schaduw.

Bodemdekkers voor schaduw plekken
  • Briza media
  • Calamagrostis x acutiflora ‘Karl Foerster’
  • Carex muskingumensis
  • Carex plantaginea
  • Deschampsia cespitosa & cultivars
  • Hakonechloa macra
  • Luzula nivea & cultivars
  • Luzula sylvatica & cultivars
  • Melica nutans
  • Molinia caerulea
  • Poa chaixii
Bodemdekkers voor zonnige open plekken
  • Stipa calamagrostis
  • Carex comans
  • Festuca gautieri
  • Eragrostis curvula
  • Helictotrichon sempervirens
  • Molinia caerulea sp & cultivars
  • Pennisetum sp & cultivars
  • Poa labillardieri
  • Sesleria autumnalis
  • Sesleria nitida
  • Sporobolus heterolepsis

Siergrassen bij het water

Water en gras horen van nature bij elkaar. In tuinen wordt water in de vorm van (natuurlijke) vijvers vaak toegepast. Stilstaand water reflecteert licht en met siergrassen langs de waterkant ziet alles er heel natuurlijk uit.

Een mooi voorbeeld van grassen bij het water zijn natuurlijk de vele soorten prachtrieten (Miscanthus). Maar ook op kleinere schaal kunnen grassen prima toegepast worden. Neemt u bijvoorbeeld soorten als de vedergrassen Calamagrostis brachytricha en Stipa calamagrostis, smele (Deschampsia), Hakonechloa macra en de zegge Carex muskingumensis. Deze hangen mooi over en zijn middelgroot.

Andere kleinere zeggesoorten zoals Carex elata ‘Aurea’ en Carex grayi kunnen in drassige grond in het water aarden.

De hogere vormen zijn prachtriet (Miscanthus) en Spartina pectinata. De echte waterplanten zijn grassen als bies (Scirpus), rus (Juncus) en riet (Phragmites australis).

Grassen voor bij het water
  • Arundo donax
  • Carex sp
  • Cyperus longus
  • Eriophorum latifolium
  • Glyceria maxima
  • Juncus sp & cultivar
  • Miscanthus sacchariflorus
  • Miscanthus sinensis cultivars
  • Scirpus lacustris ‘Albescens’
  • Scirpus tabernaemontani ‘Zebrinus’
  • Spartina pectinata ‘Aureomarginata’
  • Spodiopogon sibiricus
Aantrekkelijke grassen om in potten te plaatsen
  • Stipa calamagrostis
  • Carex buchananii
  • Carex siderosticha ‘Variegata’
  • Festuca sp & cultivars
  • Hakonechloa macra
  • Hakonechloa macra ‘Aureola’
  • Helictrotrichon sempervirens
  • Miscanthus sinensis cultivars
  • Molinia caerulea cultivars
  • Pennisetum sp & cultivars
  • Stipa tenuissima

Siergrassen in potten

Grassen zorgen in potten meteen voor een natuurlijke uitstraling op het terras omdat ze zo losjes groeien en bloeien. Een zuchtje wind en er is al beweging. Sommige staan in het vroege voorjaar al in bloei, anderen bloeien pas in september en ook uitgebloeid blijven ze mooi en stevig. Siergrassen passen in elke sfeer en het is mogelijk te spelen met de verschillende hoogtes en vormen.

De meeste siergrassen gedijen goed in een pot als ze maar voldoende water en voeding krijgen. Het is heel mooi om grassen als solitair op het terras neer te zetten, maar ook een groep of rij van een enkele soort maakt indruk.

Rechtopgaande grassen staan spectaculair in buikige potten; overhangende grassen in hoge, rechte potten. Overhangende soorten zijn bijvoorbeeld: Hakonechloa, liefdesgras (Eragrostis curvula) en Carex siderostica ‘Variegata’. Grassen met meer opgaande vorm: zwenkgras (Festuca) en pluimstruisriet (Calamagrostis). De verschillende rechtopgaande prachtrietsoorten (Miscanthus) staan geweldig in vierkante of rechthoekige houten kuipen.

Een verrassing bij toepassing in een pot is de zegge Carex comans. Carex comans en Carex comans ‘Bronze’ hebben beide heel iel blad waarvan de Carex comans ‘Bronze’ rood van kleur is. Ze worden erg lang en hangen wel een halve meter naar beneden. Ook kan de Carex comans ‘Frosted Curls’ in een pot gebruikt worden. Deze wordt minder lang.

Verder zijn de volgende soorten mooi in pot: vedergras (Stipa gigantea) in een grote pot; trilgras (Briza media), pijpenstrootje (Molinia caerulea), zegge (Carex plantaginea), Sesleria autumnalis en grote veldbies (Luzula sylvatica).

Aantrekkelijke grassen om in potten te plaatsen
  • Stipa calamagrostis
  • Carex buchananii
  • Carex siderosticha ‘Variegata’
  • Festuca sp & cultivars
  • Hakonechloa macra
  • Hakonechloa macra ‘Aureola’
  • Helictrotrichon sempervirens
  • Miscanthus sinensis cultivars
  • Molinia caerulea cultivars
  • Pennisetum sp & cultivars
  • Stipa tenuissima

Siergrassen in potten

Grassen zorgen in potten meteen voor een natuurlijke uitstraling op het terras omdat ze zo losjes groeien en bloeien. Een zuchtje wind en er is al beweging. Sommige staan in het vroege voorjaar al in bloei, anderen bloeien pas in september en ook uitgebloeid blijven ze mooi en stevig. Siergrassen passen in elke sfeer en het is mogelijk te spelen met de verschillende hoogtes en vormen.

De meeste siergrassen gedijen goed in een pot als ze maar voldoende water en voeding krijgen. Het is heel mooi om grassen als solitair op het terras neer te zetten, maar ook een groep of rij van een enkele soort maakt indruk.

Rechtopgaande grassen staan spectaculair in buikige potten; overhangende grassen in hoge, rechte potten. Overhangende soorten zijn bijvoorbeeld: Hakonechloa, liefdesgras (Eragrostis curvula) en Carex siderostica ‘Variegata’. Grassen met meer opgaande vorm: zwenkgras (Festuca) en pluimstruisriet (Calamagrostis). De verschillende rechtopgaande prachtrietsoorten (Miscanthus) staan geweldig in vierkante of rechthoekige houten kuipen.

Een verrassing bij toepassing in een pot is de zegge Carex comans. Carex comans en Carex comans ‘Bronze’ hebben beide heel iel blad waarvan de Carex comans ‘Bronze’ rood van kleur is. Ze worden erg lang en hangen wel een halve meter naar beneden. Ook kan de Carex comans ‘Frosted Curls’ in een pot gebruikt worden. Deze wordt minder lang.

Verder zijn de volgende soorten mooi in pot: vedergras (Stipa gigantea) in een grote pot; trilgras (Briza media), pijpenstrootje (Molinia caerulea), zegge (Carex plantaginea), Sesleria autumnalis en grote veldbies (Luzula sylvatica).

Siergrassen in beplantingen of borders

U kunt siergrassen prachtig combineren met planten die zich door hun aarvormige bloei snel tot een natuurlijke eenheid laten samenvoegen. IJzerhard (Verbena hastata), toorts (Verbascum) en duizendknoop (Persicaria amplexicaule) zijn goede voorbeelden. Ook andere grasachtige planten zoals de daglelie (Hemerocallis) en de iris (Iris) hebben mijn hart gestolen.

Schermbloemige of bloemen die op schermbloemige lijken doen het verrassend goed met siergrassen. In het boek van Piet Oudolf :’Prachtig Gras’ vindt u talloze voorbeelden. In zijn nieuwste boek: ‘Ontwerpen met planten’ geeft hij aan dat bij het maken van een beplantingsplan de intuïtie een grote rol speelt. Hoe reageert u op een vorm, een textuur, kleur en stemming van planten? Dát moet de belangrijkste graadmeter zijn. Ik ben ervan overtuigd dat siergrassen een natuurlijk gevoel in een beplanting of border geven. En dat is natuurlijk niet vreemd: in bossen en duinen kom je grassen veelvuldig tegen. De smele (Deschampsia) en het pijpenstrootje (Molinia) zijn mooie voorbeelden.

Ik heb ontdekt dat er vele siergrassen gekweekt zijn die nóg mooier zijn dan de inheemse soorten. In onze kijktuin kunt u ze allemaal bewonderen.

Vaak worden vaste planten gebruikt om mooie robuuste en natuurlijke effecten mee te creëren zoals:
leverkruid (Eupatorium), Vernonia (-), ereprijs (Veronica), sorbenkruid (Sanguisorba), rode zonnehoed (Echinacea), bergamotplant (Monarda), kattenstaart (Lythrum), duizendknoop (Persicaria), aster (Aster) en zilverkaars (Actaea).

In de catalogus van Lianne’s Siergrassen vindt u vele voorbeelden.

Siergrassen of prairiegrassen in een prairietuin

Met eigen ogen heb ik kunnen zien dat de prairie in Noord-Amerika voor 90% uit grassen bestaat. Prairiegrassen als: Bouteloua gracilis, Sporobolus heterelepis maar ook de wat hogere soorten als Sorghastrum nutans en natuurlijk de ‘big bluestem’: Andropogon gerardii. Hier zijn de Amerikanen erg dol op. In sommige oorspronkelijk prairies zijn bizons weer ingezet om de prairie weer te kunnen begrazen en juist het verse gras van deze Andropogon gerardii vinden ze erg lekker!

Andere soorten die in een Prairietuin gebruikt kunnen worden zijn: Panicum en Eragrostis. Ook is het mogelijk om niet een echt prairiegras te gebruiken maar wel een soort die qua sfeer erg goed in een Prairietuin past. Bijvooorbeeld pluimstruisriet (Calamagrostis acutiflora ‘Karl Foerster’). U kunt alle soorten in onze prairietuin bewonderen. Het grote voordeel van grassen in een mixprairiebeplanting met heel veel vaste planten is dat de grassen en vaste planten met elkaar een evenwicht gaan vormen en dus niet om de vier jaar gescheurd hoeven te worden

Siergrassen in beplantingen of borders

U kunt siergrassen prachtig combineren met planten die zich door hun aarvormige bloei snel tot een natuurlijke eenheid laten samenvoegen. IJzerhard (Verbena hastata), toorts (Verbascum) en duizendknoop (Persicaria amplexicaule) zijn goede voorbeelden. Ook andere grasachtige planten zoals de daglelie (Hemerocallis) en de iris (Iris) hebben mijn hart gestolen.

Schermbloemige of bloemen die op schermbloemige lijken doen het verrassend goed met siergrassen. In het boek van Piet Oudolf :’Prachtig Gras’ vindt u talloze voorbeelden. In zijn nieuwste boek: ‘Ontwerpen met planten’ geeft hij aan dat bij het maken van een beplantingsplan de intuïtie een grote rol speelt. Hoe reageert u op een vorm, een textuur, kleur en stemming van planten? Dát moet de belangrijkste graadmeter zijn. Ik ben ervan overtuigd dat siergrassen een natuurlijk gevoel in een beplanting of border geven. En dat is natuurlijk niet vreemd: in bossen en duinen kom je grassen veelvuldig tegen. De smele (Deschampsia) en het pijpenstrootje (Molinia) zijn mooie voorbeelden.

Ik heb ontdekt dat er vele siergrassen gekweekt zijn die nóg mooier zijn dan de inheemse soorten. In onze kijktuin kunt u ze allemaal bewonderen.

Vaak worden vaste planten gebruikt om mooie robuuste en natuurlijke effecten mee te creëren zoals:
leverkruid (Eupatorium), Vernonia (-), ereprijs (Veronica), sorbenkruid (Sanguisorba), rode zonnehoed (Echinacea), bergamotplant (Monarda), kattenstaart (Lythrum), duizendknoop (Persicaria), aster (Aster) en zilverkaars (Actaea).

In de catalogus van Lianne’s Siergrassen vindt u vele voorbeelden.

Siergrassen of prairiegrassen in een prairietuin

Met eigen ogen heb ik kunnen zien dat de prairie in Noord-Amerika voor 90% uit grassen bestaat. Prairiegrassen als: Bouteloua gracilis, Sporobolus heterelepis maar ook de wat hogere soorten als Sorghastrum nutans en natuurlijk de ‘big bluestem’: Andropogon gerardii. Hier zijn de Amerikanen erg dol op. In sommige oorspronkelijk prairies zijn bizons weer ingezet om de prairie weer te kunnen begrazen en juist het verse gras van deze Andropogon gerardii vinden ze erg lekker!

Andere soorten die in een Prairietuin gebruikt kunnen worden zijn: Panicum en Eragrostis. Ook is het mogelijk om niet een echt prairiegras te gebruiken maar wel een soort die qua sfeer erg goed in een Prairietuin past. Bijvooorbeeld pluimstruisriet (Calamagrostis acutiflora ‘Karl Foerster’). U kunt alle soorten in onze prairietuin bewonderen. Het grote voordeel van grassen in een mixprairiebeplanting met heel veel vaste planten is dat de grassen en vaste planten met elkaar een evenwicht gaan vormen en dus niet om de vier jaar gescheurd hoeven te worden

Verzorging

Meerjarige grassen zijn gemakkelijk in onderhoud. De angst voor het woekeren van siergrassen is geworteld in de overtuiging dat gras overal onuitroeibaar groeit. Toch kunt u met de meeste gecultiveerde soorten weinig kwaad. Veel siergrassen vormen pollen die u in bedwang kunt houden door ze in het voorjaar op maat af te steken of te scheuren. De Spartina pectinata ‘Aureomarginata’ moet u wel in de gaten houden. Deze kunt u het beste ingraven in een speciekuip. Wel gaten maken voor de afwatering.

De grootste groep van meerjarige grassen zal in de winter bovengronds afsterven maar ondergronds prima overwinteren. Het idee dat siergrassen niet winterhard zouden zijn klopt niet!

Wel bekend is dat sommige van de rode lampenpoetsersgrassen (Pennisetum) niet goed winterhard zijn. Deze kunnen soms geholpen worden met een goed afwaterende grond en in de winter extra bescherming geven in de vorm van blad of stro.

Een aantal meerjarige grassen zijn min of meer wintergroen. In de winter laten we het bovengrondse gewas staan. Niet alleen omdat het juist de grassen zijn die in de winter voor een belangrijk deel het winterbeeld bepalen, maar ook hier dienen de bovengrondse delen als een uitstekend winterdek. Bovendien hebben we minder snel last van rotting.

Alle afstervende soorten zoals o.a prachtriet (Miscanthus) kunnen we na de winter vlak boven de grond volledig wegsnoeien. De soorten, die groen blijven plukken we. Dat wil zeggen dat we de afgestorven delen uit de planten trekken en de groene laten staan. Ook de oude bloeihalmen kunnen we in het voorjaar wegknippen.

Soorten die in het hart sterven moeten eens in de drie tot vijf jaar verjongd worden door te scheuren. Een voorbeeld hiervan is smele (Deschampsia).

Soorten die zich sterk door zaad vermeerderen komen we bij de meerjarige siergrassen niet zo veel tegen.

[bronvermelding tabel informatie: “Prachtig Gras” van Michael King – Piet Oudolf]

Verzorging

Meerjarige grassen zijn gemakkelijk in onderhoud. De angst voor het woekeren van siergrassen is geworteld in de overtuiging dat gras overal onuitroeibaar groeit. Toch kunt u met de meeste gecultiveerde soorten weinig kwaad. Veel siergrassen vormen pollen die u in bedwang kunt houden door ze in het voorjaar op maat af te steken of te scheuren. De Spartina pectinata ‘Aureomarginata’ moet u wel in de gaten houden. Deze kunt u het beste ingraven in een speciekuip. Wel gaten maken voor de afwatering.

De grootste groep van meerjarige grassen zal in de winter bovengronds afsterven maar ondergronds prima overwinteren. Het idee dat siergrassen niet winterhard zouden zijn klopt niet!

Wel bekend is dat sommige van de rode lampenpoetsersgrassen (Pennisetum) niet goed winterhard zijn. Deze kunnen soms geholpen worden met een goed afwaterende grond en in de winter extra bescherming geven in de vorm van blad of stro.

Een aantal meerjarige grassen zijn min of meer wintergroen. In de winter laten we het bovengrondse gewas staan. Niet alleen omdat het juist de grassen zijn die in de winter voor een belangrijk deel het winterbeeld bepalen, maar ook hier dienen de bovengrondse delen als een uitstekend winterdek. Bovendien hebben we minder snel last van rotting.

Alle afstervende soorten zoals o.a prachtriet (Miscanthus) kunnen we na de winter vlak boven de grond volledig wegsnoeien. De soorten, die groen blijven plukken we. Dat wil zeggen dat we de afgestorven delen uit de planten trekken en de groene laten staan. Ook de oude bloeihalmen kunnen we in het voorjaar wegknippen.

Soorten die in het hart sterven moeten eens in de drie tot vijf jaar verjongd worden door te scheuren. Een voorbeeld hiervan is smele (Deschampsia).

Soorten die zich sterk door zaad vermeerderen komen we bij de meerjarige siergrassen niet zo veel tegen.

[bronvermelding tabel informatie: “Prachtig Gras” van Michael King – Piet Oudolf]